Aanwezig:
Ascha Stampraad, Carina van Vliet, Yvonne Jongenburger, Remco Breedveld, Wouter Jansen, Christiaan Enderink, Arnold Jongenburger, Luuk van Hees, Jesper Verschoor, Boudewijn Vermolen, Paula Terra, Fred Verschoor, Pieter Tiemens, Marije Scheffers, Anton van Heusden. Mark vd Weijden. Benjamin Jansen, Jan Scheffers, Patrick Fuchs, Margit Heinen.
Er is aan de hand van de volgende stellingen gediscussieerd:
1. Het resultaat van VEO 1 gaat voor alles en het verenigingsbeleid moet daar op gericht zijn.
2. In de jeugd is allround opgeleid worden en als speler alle verschillende rollen kunnen vervullen belangrijker dan winnen.
3. Een goede afronding van Korfbalmasterz zal in de A en B-jeugd moeten plaats vinden, daarom moet het fluiten van wedstrijd ook een plaats krijgen in de trainingen van die jeugdteams.
4. In het algemeen misdraagt VEO zich richting de scheidsrechters.
5. Ik kan zelf met een groepje beslissen om samen in een team te gaan spelen.
6. Spelers van buiten mogen tijdens het seizoen aan de selectie worden toegevoegd.
7. VEO moet ieder jaar proberen door spelers van buitenaf te halen de selectie te versterken. (Actief scouten.)
8. Een trainer moet te allen tijde kunnen beschikken over een paal en een bal per twee spelers.
9. Kleine velden zijn een must voor het 100 jarig bestaan.
10. VEO moet alles op alles zetten om een eigen hal te hebben.
Ad 1. Lange termijn uiterst belangrijk om voor topsport te gaan. Alles is niet ALLES €€€. Het doen van taken is belangrijk, met name technische taken. Dus geen vrijstellingen voor spelers van VEO 1.
Korte termijn: mensen teleurstellen om wel kampioen te worden moet kunnen. Mag je best ver in gaan!
Ad 2. Zo breed mogelijk opleiden, maar in de wedstrijd wel nuances aanbrengen in de wedstrijden. Naarmate ze ouder worden kan meer specialisatie worden aangebracht. Tegenwoordig moet iedereen alles kunnen. Dus juist iedereen all-round blijven opleiden.
Ad 3. Eigenlijk wel goed idee. Omdat het opvoeden en opleiden van scheidsrechters wel belangrijk is. Remco pleit voor aparte momenten om scheidsrechters op te leiden. Chris ziet ook wel mogelijkheden om iemand eerder te laten komen om te fluiten bij trainingen. Of oefenwedstrijdjes en avondjes organiseren waarin mensen ook het fluiten oefenen.
Ad 4. Eigenlijk valt het wel mee. Onder de B/C helemaal geen probleem. Daarboven begint het, maar het is wel beter dan vroeger.
Ad 5. Kan voorkeur aangeven, altijd in overleg, maar de TC beslist! Positief of negatief uitleggen.
Ad 6. Meningen waren verdeeld. Tijdens selectie momenten is logischer. Maar de intentie van de speler die komt is erg belangrijk om te beoordelen of dat kan of niet. Het kan heel negatieve gevolgen hebben voor heel veel mensen. Hoe vaak heb je selectie momenten.
Ad 7. Tot op heden weinig gescout, maar de wereld veranderd en het blijkt dat we nu in verenigingsbelang regelmatig moeten kijken of we komende jaar kwalitatieve aanvullingen nodig hebben. We zijn er in het algemeen niet op tegen. Leeftijdsgrens is erg belangrijk: Hoe jonger hoe dubieuzer. (Ongeveer bij 2e jaars B ligt de grens) Heel gericht in beperkte mate om vereniging op niveau te laten presteren, vooral ook om spelers te behouden voor je vereniging. Aantal ouders geven aan dat ze dat bij jonge kinderen niet willen omdat het normen en waarden rondom vertrek en loyaliteit beïnvloed.
Ad 8. Belemmeringen in materiaal zou jammer zijn. Zoveel mogelijk realiseren.
Ad 9. Geen MUST , maar zou wel erg gaaf zijn!
Ad 10. Het zou voor de vereniging een enorme PLUS zijn. Samen met onze buurman en de gemeente zou het erg gaaf zijn omdat te realiseren. Maar de vraag is of de kosten tegen de baten opwegen.
Jesper mist nog een stelling waarin de vraag wordt gesteld of je kinderen moet opgeven voor selectie wedstrijden bij de bond. Het risico is dat spelers dan gescout worden. Het is natuurlijk wel erg gaaf om geselecteerd te worden.
Heeft u naar aanleiding van het verslag nog aanvullingen of opmerkingen dan kunt u die voor 7 februari per mail richten aan
a.jongenburger@casema.nl. Op 7 februari zal het TO de uitkomsten van de bijeenkomst verder uitwerken in het nieuwe Technisch beleidsplan.